Wat goed gezegd is,
|
Meebewegen, met dat wat er is. Dat leerde ik dertig jaar geleden toen ik als verbindelaar bij de Koninklijke Marine inscheepte op het S-fregat Hr. Ms. Van Kinsbergen. Meebewegen was een voortdurend spel tussen mij en de zee, met het schip ertussen. Het schip was jarenlang mijn varende attractiepark. ‘Op missie gaan’ was en is voor mij nog steeds een gevoel van thuiskomen. Ik ging missie gedreven werken, meebewegen en weer thuiskomen. Na elke ‘missie’ kom ik weer meer bij mezelf dan die keer ervoor. Rusten, wijsheid transformeren en dan er weer op uit gaan. Zoals met zoveel dingen kon ik er pas jaren later woorden aan geven. Zo vrij als ik mezelf en mijn omgeving mij toestaat te zijn, tuimel ik nog steeds het liefst de wereld door. Net zoals ‘the fool’, de eerste kaart uit ieder tarot deck. Van het donker naar het licht, elke keer weer opnieuw. Zo was ik aan het begin van 2020, al twee jaar in voorbereiding voor een nieuwe sociaal maatschappelijke ‘missie’; het kunst en veteranen project “Helmen Vol Verhalen”. “Helmen Vol Verhalen” is een project waarin jonge veteranen die deelnamen aan missies, over de afgelopen veertig jaar, worden gekoppeld aan beeldend kunstenaars. Zij vertalen het persoonlijke missieverhaal van de veteraan in een kunstwerk. Daar is de helm - als metafoor voor het militaire beroep – in verwerkt. Het project heeft tot doel om aandacht en (h)erkenning te vragen en krijgen voor de ‘jongere’ veteraan. Midden in de chaos gebeurde het alsnog. Het project schoot uit de startblokken en lichtte op als zeevonken in een enorme zee aan mogelijkheden. Het pilot kunstwerk werd onthuld op het Militair Revalidatiecentrum Aardenburg. Binnen drie weken meldde zich 150 kunstenaars en jonge veteranen aan voor deelname aan het project. Vervolgens verzamelde zich meer dan 1.500 kunstenaars en veteranen vanuit het niets in de Helmen Vol Verhalen Groep. Steeds meer mensen en organisaties bewegen met ons mee en komen als vanzelf aan de oppervlakte, om samen nieuwe zeevonken met elkaar te maken. Door heel Nederland organiseren we ontmoetingen tussen jonge veteranen en kunstenaars die vanaf dat moment letterlijk met elkaar #MeeOpMissie gaan door de kunsten. Het proces is waanzinnig en ik ben maar wat blij dat ik gewoon kan blijven doen wat ik het liefste doe. Honderden nieuwe mensen leerde ik kennen, we maken samen prachtige dingen mee en het einddoel is nog lang niet in zicht. ‘It takes one to know one.’
Maar één moment sprong er in retroperspectief voor mij uit, klein en totaal nietszeggend in het grotere geheel der dingen, maar toch nodig. Het was op veteranendag toen ik besloot om toch nog een extra stap te zetten. Ik activeerde het veteranenlogo bij mijn profielfoto en sprak mijn trots en dankbaarheid uit voor de bijna 110.000 jonge en oude veteranen en hun thuisfront. Zij die gediend hebben voor het brengen en behouden van onze vrijheid. Eerder zag ik mezelf als oud militair of voormalig militair, tot die dag in juni. Sindsdien kan ik er ook voor gaan staan. Ik ben veteraan en ik voel me veteraan, daar heb ik uiteindelijk 25 jaar over gedaan. Deze blog verscheen eerder op Mijn Moment. Amy van Son is veteraan, sociaal maatschapwww.mijnmoment.com/pelijk ondernemer en projectleider van Helmen Vol Verhalen. De reizende expositie met twintig kunstwerken gebaseerd op twintig persoonlijke missieverhalen van jonge veteranen gaat eind 2021 van start en reist door heel Nederland. #MeeOpMissie door de kunsten met #HelmenVolVerhalen.
0 Comments
Al jaar en dag ben ik geïnteresseerd in de Griekse en Romeinse mythes en filosofie. Met name in de zienswijze van Seneca, een Romeinse filosoof die tweeduizend jaar geleden leefde. Hij was een meester in het duiden van de enorme complexiteit van wat mensen drijft. In de filosofie zijn vele woorden voor liefde en vriendschap te vinden, net zoals Eskimo’s tientallen woorden hebben voor sneeuw. Zo vaar ik wel bij ‘pragma’, zoals de Grieken dat noemen. Pragma dus. Waarbij je in staat bent om compromissen te sluiten, gekenmerkt door geduld en tolerantie. Gebaseerd op zelfkennis en kennis van de ander. Om samen praktisch beter te worden: de liefde van de wijsheid. Ik voer er wel bij. Tot afgelopen winter.
In de schemering van een ijskoude avond, zag ik op de Hommelseweg een oudere dame lopen met zware tassen. Ze liep moeilijk, alsof ze pijn had. Ik kon niet anders dan aanbieden de tassen over te nemen en met haar op te lopen. We keuvelden wat onderweg en ze vertelde over haar operatie. Ze betitelde me als ‘een engel op aarde’ voor het dragen van de tassen. Ook vertelde ze dat ze twee zonen had. Toen we even later haar voordeur bereikten, bleek dat een van de zonen thuis was. Ik verbaasde me daarover: waarom had zij hem de tassen niet laten dragen? In de verre verte begonnen alarmbellen te rinkelen, maar ik sloeg er geen acht op. Ze bood me een kop thee aan, die ik afsloeg. Ik had met haar te doen en beloofde dat die kop thee nog wel eens zou komen. Een paar weken later stond een van haar zonen aan mijn deur. Of ik de vrouw was die zijn moeder geholpen had? Zij wilde langs komen voor een kop thee. Ik zocht daar niets achter. Tot mijn verbazing kwam hij met haar mee en begon hij mij op alle denkbare niveaus uit te horen. “Vrouw alleen?” Ja, vrouw alleen. “Kinderen?” Nee, geen kinderen. “Gelovig?” Nee, geen geloof. “Eigen huis?” Ja, eigen huis. “Geen man?” Nee, geen man. De moeder knikte instemmend. Nu hecht ik aan het vertellen van de waarheid, maar dit werd te persoonlijk en ongemakkelijk. Na drie kwartier probeerde ik tot een afronding te komen. Toen we afscheid namen aan de voordeur brak de zon door. Dat werd gezien als een teken van boven. Het was mij inmiddels overduidelijk, we lagen op ramkoers, een culturele ramkoers. Ik begon me nu sterk zorgen te maken over waar deze hulpvaardigheid nog meer toe zou leiden. De maanden erna ontving ik meerdere malen berichten en bezoeken aan de deur van de zonen. Over hun moeder die me wilde zien. Ik bedankte telkens vriendelijk toch dringend. Zoveel ongemakkelijkheid was me het goedbedoelde ‘naoberschap’ niet waard. Hun moeder zou huilen, dat begreep ik toch wel. Ineens bevond ik me in een situatie waarin ik verantwoordelijk werd gehouden voor de geestelijke gesteldheid van de vrouw en daarmee ook van haar zonen. Aan de deur probeerde ik duidelijk te maken dat ik alleen maar een helpende hand had geboden met de boodschappen en dat dit toch echt niet de bedoeling was. De door mij gekozen pragmatische houding bleek hier niet toereikend. Ik ging te rade bij Seneca die vriendelijkheid voorop stelt, maar daaraan toevoegt: wees alsnog bedacht op wie je toelaat. “Het kiezen van een vriend moet in veel opzichten vergelijkbaar zijn met de manier waarop je je deur opendoet. Als je een klop hoort, open je niet voor iedereen. Voor sommigen laat je de deur gesloten. Voor anderen kun je de deur openen, maar bewaak je deur hoe dan ook.” Column geschreven en eerder geplaatst voor St. Marten Sonsbeek wijkkrant Arnhem Sinds 2012 onderzoeken we in verschillende groepssamenstellingen, woorden en de betekenis van die woorden in onze levens. Dit keer was het schaamte.
Schaamte, toen ik aan deze zoektocht over schaamte begon waren er maar twee vormen van schaamte die ik zo kon oplepelen. Plaatsvervangende schaamte, schaamte over iets wat iemand anders deed of niet deed. Het heeft op het eerste oog (meestal) niets met uiterlijkheden te maken maar vaker met gedrag, daar waar het schuurde op mijn normen en waarden of de inschatting van de situatie die vaak er zo dik bovenop lag maar de spelers in de situatie maar niet bleken te zien. Schaamte is dan net als dat laagje olie wat op water blijft drijven, wat zich maar niet wil mengen met die andere stof die eronder beweegt. En zelfs van die stof die eronder beweegt, bij een paar graden temperatuurverschil, zich ook niet laat mengen. Hoe iets onzichtbaars toch een groot verschil kan maken. De andere vorm van schaamte is die van het niet handelen terwijl ik vind dat ik wel had moeten handelen maar zo geschokt was dat ik dat niet deed. Volg je natuur, volg je hart
En jij zag dat het goed was. Oh nee hij, hij zag dat het goed was. De laatste tijd maak ik veel Freudiaanse versprekingen. Of Freudiaanse verschrijvingen. Soms wil ik het gelijk corrigeren. De laatste tijd meestal niet, het zal in de bedoeling liggen, een teken zoals je wil… Begin dit jaar maakte we met het Retorisch Reizend Genietschap een uitstapje naar de Friese Meren. Twee boeken stonden centraal, de Alchemist van Coelo en Reis naar het Morgenland van Hesse. Toen we de twee boeken voor dit uitstapje ‘op kregen’ dacht ik ‘oh nee niet weer de Alchemist’. Ik schafte het jaren geleden aan, las het en snapte echt niet wat iedereen er zo mooi aan vond… Raar boek, ik kon mijn hoofd er ook niet bij houden. Ik las het en dat was dat. Alles op zijn tijd Zo las ik ook ooit eens ‘de ondragelijke lichtheid van het bestaan’ van Milan Kundera, omdat een voormalige geliefde zo weg was van de boeken van Milan. Twee jaar geleden alweer startte we met het retorisch reizend genietschap een reis die dit voorjaar ten einde kwam. Iedere deelnemer bracht een eigen onderwerp in. Ik koos voor woede en wat Seneca daarover te zeggen had. Omdat woede nog steeds liefde is met verdriet er omheen. Hoe het was en is.
Ik draag woede in me. Wat mij betreft de echte zwakke plek in het scala van mijn emoties. Want eenmaal geactiveerd en losgelaten onbestuurbaar. Ik zag het in mijn ouders van fysiek tot geestelijk. Van erop los slaan tot langdurige manipulatie. Van meteen korte metten maken tot uitgestelde wraakacties over een langere tijd. "Zoals pijlen afspringen op een hard oppervlak en zoals iemand die op een massief object slaat zichzelf pijn doet, zo brengt geen enkel onrecht een fiere geest zover dat ze dat voelt, omdat het onrecht brozer is dan zijn doelwit. Hoeveel luisterrijker is het voor de ziel om als het ware onkwetsbaar voor elk projectiel alle onrecht en smaad weg te spuwen! Wraak betekent pijn toegeven; het is geen fiere geest die zich onder onrecht buigt." "Iemand die machtiger of zwakker is, heeft je gekwetst, indien hij zwakker is, moet je hem sparen, indien hij machtiger is moet je jezelf sparen." Seneca Na jaren van roofbouw plegen ging ik dit jaar op zoek naar meer zelfzorg, zelfinzicht en ‘het juiste midden’. Daar waar je jezelf niet afwijst zoals anderen dat voor jou deden. Ik was goed op weg, vele kilo’s lichter, gezond eten, sporten, bijna weer als nieuw. Met hier en daar een uitzondering, want je moet toch voelen dat je leeft nietwaar? Het juiste midden, ik las erover in ‘De kunst van het ouder worden’ van mijn oud-professor, Joep Dohmen. Nu blijkt het juiste midden voor ieder een persoonlijke zoektocht. En voor vurige mensen in het bijzonder. Kijk, ieder heeft zijn eigen pad te gaan. De mensen die op de sterren vertrouwen, weten dat de stand van de sterren de uitdagingen in het leven duiden. Zij die met de natuur leven laten de vogels en de wind de dagen tellen. Zonder angst. Die angst had ik al zo lang geleden achter me gelaten, ook daar was ik totaal langs mezelf heen gelopen. Lang dacht ik dat ‘het juiste midden’ buiten mij lag, ergens tussen mij en de ander. Ik neem de dingen soms iets te letterlijk. Na het overlijden van mijn vader vorig jaar veranderde er veel. Niet zozeer in het alledaagse. Meer in de drang om naar buiten te treden. Ik hoefde niet meer zo nodig. Mensen zoals ik hebben echter ook sturing nodig. Maar bij gebrek aan sturing door anderen, kun je erop vertrouwen dat het leven de juiste lessen voor je in petto heeft. Diep duiken Vanaf de hoge duikplank keek ik naar het water onder me. Andere blikken keken naar boven. ‘Was dit nu wel een goed idee?’ Mijn intuïtie liet van zich horen. Ik deed vroeger niets anders dan duiken, toch? En wat kan er gebeuren, het is maar water! Daar ging ik. Vijf flinke passen, de laatste licht omhoog, gewicht op de plank, doorbuigen en toch die hoek duik, onmiddellijk uitstrekken. ‘Dit ging goed, ik heb het nog in me!’ Het water naderde… nu vloeiend de diepte in. Een doffe klap. Iets klopte er niet, ik voelde het op de manier waarop het water langs mijn gezicht ging. Snel weer naar de oppervlakte. Mijn linkerarm deed niet meer mee. Scherpe misselijkmakende pijn. Ik keek opzij, hij zat er nog aan, alles goed. Ik bleef er uiteindelijk drie weken mee door lopen, maar de pijn bleef. Toch maar naar de dokter. Ik werd doorverwezen, een röntgenfoto, een echo, niks op te zien. Na twee weken fysio werd er ook getwijfeld door de specialisten. Toch maar een MRI en na acht weken werd het duidelijk. Ik had al mijn spieren en pezen af moeten scheuren zei de orthopeed, in plaats daarvan knapte het bot in twee, zo groot was de druk. ‘Je hebt ontzettend veel geluk gehad en hulde aan je spieren’ voegde ze er nog aan toe. Die hielden de botdelen al die tijd op zijn plek, het genezingsproces was al ingezet. Tja, met dat karakter zit het wel goed. Nu nog een beetje bijsturen op het verstand. Op zoek naar het juiste midden en de kunst van het ouder worden. Dit is een bijdrage voor, verscheen eerder op, Mijn Moment het platform van Punkmedia Ergens las ik dat 2016 een afsluitend jaar is, een ti-ta-tovenaar redenatie, in die zin dat als je de cijfers optelt dat je dan uitkomt op negen, een afsluiting voordat het getal één weer tevoorschijn komt in de optelling van 2017. Ik denk terug aan 2007, ook zo’n negen jaar. Het jaar voor de crisis. Wat gebeurde er in jouw leven in 2007? 2007 Voor mij was het het jaar dat ik mijn vader voor het eerst in bijna twintig jaar weer opzocht. Omdat ik iets uit te zoeken had. En een mens kan veranderen in twintig jaar toch? Dat dacht ik toen wel. In 1989 - ook een negen jaar - vertrok ik om ‘nooit meer terug te komen’ puur uit zelfbehoud. Ik had hoop toen. Op begrip, op ontvankelijkheid. Het was er niet of misschien was ik er toen nog niet klaar voor. Hoewel na jaren afstand de fysieke dreiging was geluwd, in mijn hoofd en hart was de dreiging er nog altijd. Als ik mijn leven in een notendop kan beschrijven dan waren de eerste twintig jaar lijden, de daarop volgende twintig jaar leren, en nu heb ik het idee dat ik pas echt aan het leven ben in plaats van overleven. Twee jaar later na onze eerste hernieuwde ontmoeting trof ik hem op de begrafenis van mijn tante, zijn zus. Te vroeg gestorven. “Magere Hein had mén beter kunne hoale”, klonk het door de condoleance ruimte. Ik keek opzij, naar mijn vader. ‘Doe de dé veur mén ok?’ Hij doelde op de uitvaart dienst die net gehouden was. Ik beloofde het, dan en daar. Dat hij netjes ‘onder de grond zou komen’ als het eenmaal zover was. Die verantwoordelijkheid wilde ik nemen. Woede is liefde met verdriet eromheen Dit jaar was het zover. Ze vonden hem buiten bewustzijn in een stoel, de ziekenhuis opname wees uit dat er niets meer te redden viel. Hij werd overgebracht naar een hospice. Een aantal dagen later was het gebeurd. Ik heb hem niet meer gezien of gesproken. Ik ging doen wat ik beloofd had. Gesprekken met familie, gesprekken met vrienden en kennissen. Ik hield zijn leven voor een laatste keer onder het licht om een waardige dienst te maken.Nog nooit was ik zo dicht bij hem gekomen en voor het eerst zag ik hoe onze levens over elkaar heen geschoven waren. Hij was de rebel en woede in mij, ik was het ongeliefde kwetsbare in hem. En toen realiseerde ik pas, ‘Woede is liefde met verdriet eromheen.’ In het verhaal dat ik schreef kwam alles voor altijd samen. Het werd alsnog een ode aan mijn vader. Die ik net zoveel lief had als dat ik bang voor hem was en ik was altijd heel erg bang. Op weg naar de dienst krabbelde ik in potlood nog snel het woord ‘papa’ voor deze zin. En ik sprak de woorden die ik nooit gesproken had: “Papa…. jouw woede werd mijn woede, jouw verdriet werd mijn verdriet, jouw bravoure werd mijn bravoure. Jouw kracht, discipline en doorzettingsvermogen zijn in mij. Ik ben een deel van jou. En daar ben ik je dankbaar voor. Want woede is nog steeds liefde met verdriet er omheen. Hij zei ‘zie mij en mijn woede’, ik zei ‘zie mij en mijn liefde’. Maar we waren nooit in staat om samen verdrietig te zijn.” Voor het eerst in mijn leven kon ik zijn liefde voelen. Overgave kent zoveel gedaantes en betekenissen. Toen het thema mij werd aangereikt tuimelde de momenten dat ik mij overgaf over elkaar heen. Zowel aan gebeurtenissen met een voor mij positieve uitkomst, als wel de gebeurtenissen met een voor mij negatieve uitkomst. Het is geen doen en geeft geen pas om een aantal van die gebeurtenissen te nemen en zodoende te illustreren wat overgave potentieel zou kunnen betekenen. Het zijn tenslotte mijn momenten van overgave, mijn waarheid… Alles is niet voor iedereen.
Of toch... Schuim koppende momenten van overgave, waarbij je armen open uitspreid naar de hemel om nog meer te kunnen ontvangen van alles wat er is. En kolkende momenten van overgave, de paniekerig trekkende onderstroom, die maken dat je kopje onder gaat, meegezogen wordt naar het zwartste gat wat je ooit onder ogen moest komen. Die momenten waarbij je binnenwereld in contact komt met de golf van de buitenwereld en even stolt, even dan en daar, op het hoogste punt of op het laagste punt. En daarna is er weer altijd de uitgestrekte zee van mogelijkheden waarin je meedeint of ontwijkt. Dat is waar ik me aan overgeef. Steeds makkelijker. Het is de overgave aan de complexiteit van het leven, voorbij de wetenschap en de berekende strategie, voorbij de controle, zonder tegenwerking of angst. Want het is juist door de berekendheid, de weerstand en de angst dat hetgeen wat allang op weg is naar je, je alleen maar sneller en harder zal raken. Ik zal je vertellen waarom. Het is alweer 25 jaar geleden dat ik een inzicht kreeg. Het was in de zomer van 1990. Na een jaar in opleiding bij de Marine, aan de wal, werd ik uiteindelijk als matroos 3 geplaatst op de Hare Majesteit van Kinsbergen. Het schip was onderdeel van een NAVO verband en zou al enkele dagen nadat ik daar geplaatst was uitvaren. Het zou mijn allereerste reis worden op een S-fregat. 3500 ton groot, 128 meter lang en 14.40 meter breed. Een bewapening van één 76 mm-kanon, luchtdoelraketten voor korte afstand, zeedoelraketten, een Goalkeeper kanon en anti-onderzeeboottorpedo's. Er is ruimte voor twee helikopters. De bemanning bestond uit 180 koppen. Net onder de waterlinie, in het voorsteven recht onder het 76 mm-kanon, sliep ik met nog 11 andere dames in een ruimte van nog geen 20m2, stapelbedden van 3 op elkaar, vier stuks rug aan rug in twee kolommen, vier hangkasten een tafel en vier stoelen, rood licht, ze noemden het ‘het verblijf’. "I like your project and your story, can we talk" met deze zin begon vorig jaar mijn TEDx avontuur. De vraag kwam van Melissa Oudshoorn, licensee van TEDxGroningen. Een TEDx talk? WTF! We legden samen een skype lijntje en nadat ik uit de doeken had gedaan hoe Your Song powered by Humanism was ontstaan, was dat tegelijkertijd de TEDx talk volgens Melissa. Niets meer aan doen. Gebeurtenissen die bepalend zijn Your Song ging voor mij over de verhalen van militairen en dan over wezenlijke gebeurtenissen die bepalend zijn geweest voor hoe zij nu in hun leven staan. Ik zag mezelf vooral als de 'verbindelaar' van de militairen en hun verhalen, via verhalende journalisten, videomakers en uiteindelijk, de liedjes en de artiesten. Gewoon organiseren richting die stip aan de horizon. De weg er naar toe Echter was het onderwerp van de TEDx talk niet alleen het resultaat van het project, maar de weg er naar toe en het belang van verhalen vertellen kwam centraal te staan. De uitdaging lag er vooral in, hoe vertel ik die gebeurtenissen die bepalend zijn geweest voor hoe ik nu in het leven sta in zes minuten en het verhaal van de militair in twee minuten om vervolgens de weg vrij te maken voor een prachtig optreden van Maame Joses en Bouwe Bruins. Kortom wat blijft staan aan de 'buitenkant' en hoe vergaat het mij aan de 'binnenkant' om willens en wetens een herbeleving te forceren op een podium waar iedereen deelgenoot van kan zijn. Verstand op nul, blik op oneindig Daar dacht ik iets op gevonden te hebben. Ik schreef het verhaal uit in zes alinea's van een minuut, maakte er zes afbeeldingen bij en bedacht me dat als ik het verhaal zo zou vertellen dat ik binnen de tijd zou blijven en me dan niets kon gebeuren. Skills and drills weet je wel... Door mezelf een script op te leggen sloeg ik een mantel van schijnveiligheid om. Ook dit zou ik wel 'even' doen. |
Archief
December 2020
Categorie
Alles
|