Wat goed gezegd is,
|
Sinds 2012 onderzoeken we in verschillende groepssamenstellingen, woorden en de betekenis van die woorden in onze levens. Dit keer was het schaamte. Schaamte, toen ik aan deze zoektocht over schaamte begon waren er maar twee vormen van schaamte die ik zo kon oplepelen. Plaatsvervangende schaamte, schaamte over iets wat iemand anders deed of niet deed. Het heeft op het eerste oog (meestal) niets met uiterlijkheden te maken maar vaker met gedrag, daar waar het schuurde op mijn normen en waarden of de inschatting van de situatie die vaak er zo dik bovenop lag maar de spelers in de situatie maar niet bleken te zien. Schaamte is dan net als dat laagje olie wat op water blijft drijven, wat zich maar niet wil mengen met die andere stof die eronder beweegt. En zelfs van die stof die eronder beweegt, bij een paar graden temperatuurverschil, zich ook niet laat mengen. Hoe iets onzichtbaars toch een groot verschil kan maken. De andere vorm van schaamte is die van het niet handelen terwijl ik vind dat ik wel had moeten handelen maar zo geschokt was dat ik dat niet deed. Schaamte om het niet handelen
Het was een dag ergens in de zomer, misschien al een jaar of vijf geleden. Bijna net zolang als ik dat gevoel van schaamte met me mee draag. Een zomerdag dus, misschien wel een zondag. Een dag om op het laatste moment nog boodschappen te doen voordat de winkel vroeger dan anders zou sluiten. Ik stond in een van de gangpaden te zoeken naar iets wat ik dacht nodig te hebben. En ineens hoorde ik tumult en zag ik wat mensen naar de uitgang lopen met hun armen voor hun gezicht geslagen. Ook ik rook ineens een zeer indringende geur, een geur van verrotting die ik nog nooit eerder geroken had. Een oudere vrouw zwaar vermagerd in een bleek roze gebreid truitje, een zwarte legging met wijd uitlopende pijpen die over de grond achter haar aan sleepte, kwam het gangpad in schuifelen. De geur was, van een zweem in nog luttele seconden verandert in iets allesomvattend waar geen ontkomen meer aan was. De hele winkel was er vol van. In haar kielzog volgde de winkelmanager met een spuitbus waarvan hij de knop voortdurend ingedrukt hield. Het hielp niet, de geur was alles overheersend. Ik nam haar kort op. Gerimpeld gezicht, de korte grijze haren piekend alle kanten op. Zweren zichtbaar op haar huid waar die niet verborgen werd door kleding. Haar kleren zaten vol met vlekken en haar broekspijpen stonden stijf van de vuiligheid. Ik kon het niet rijmen, deze vrouw nog geen 1.60 hoog daar kon die geur toch niet vandaan komen?! Kokhalzend liep ik het gangpad uit weg van de bron, net als alle andere mensen en ging op een afstand staan. Daar zag ik dat ze een pak spaghetti in haar handen had en hoe ze een pot spaghettisaus uit het schap pakte. En vervolgens richting kassa liep met de toilet verfrisser spuitende manager achter haar aan, die soms even stil hield om vooral niet te dichtbij te hoeven komen. Dat beeld alleen al was zo gênant. Dat zou je per definitie plaatsvervangende schaamte kunnen noemen. Maar waar was ik in dit hele gebeuren? De vrouw kwam aan bij de kassa’s waar iedereen inmiddels verdwenen was, bijna iedereen stond buiten in de frisse lucht bij te komen. We waren met nog maar een paar mensen in de winkel waar de lucht nog steeds ondragelijk was, maar om naar buiten te gaan was nog niet in mij opgekomen. De dienstdoende caissière was wel blijven zitten en rekende zo goed en kwaad als het kon de boodschappen af met haar arm voor haar gezicht. De vrouw verdween door de schuifdeuren naar buiten en al snel werd de atmosfeer en de geur wat dragelijker. Ik schoof aan richting de kassaband, nog totaal verbijsterd over wat ik zojuist had meegemaakt. En terwijl ik mijn boodschappen afrekende raakte me het hard en diep, hoe een oude vrouw zo verwaarloosd en vuil het toch had op kunnen brengen om met haar laatste kracht naar de winkel te strompelen en eten te halen. Over overleven gesproken, ik kan natuurlijk niet met zekerheid zeggen dat het dat was wat haar dreef, maar ze had het gedaan. Het kon niet anders zijn dat ze nu weer terug ging naar huis en misschien wel weer de vergetelheid in. Deze vrouw heeft hulp nodig, iemand moet de GGD, een alarm nummer bellen, iets! Iemand moet iets doen! Maar wat. Toen ik mijn boodschappen afgerekend had rende ik naar buiten en keek naar links en naar rechts, de vrouw was nergens te bekennen. Ik liep de straat in die dwars op de Hommelseweg stond, ook niets… Ik was te laat. Ik keek nog een keer om me heen en besloot naar huis te lopen. Ik was te laat, om haar te kunnen volgen maar was ik dat ook daadwerkelijk? Had ik toen niet meer kunnen doen, nog beter kunnen zoeken, toch melding te maken. Ik deed het allemaal niet. Schaamte die je meedraagt Deze gebeurtenis kwam de opvolgende jaren, één keer in de zoveel tijd altijd weer in mijn gedachte en dan schaam ik me over mijn niet handelen. Ik schaamde me dat ik een mens aan haar lot heb over gelaten, dat ik niets heb gedaan, ik schaamde me ook voor de winkel manager en voor de anderen maar het meest nog schaamde ik me over mezelf. Dat ik het gezien had, dat ik het gevoeld had, maar dat ik niet de juiste dingen deed. Dit verhaal krijgt echter nog wel een staartje. Ik schaamde me dus tot jaren na deze gebeurtenis over dit voorval, echter in de nazomer van 2018 stond ik weer in de rij van diezelfde winkel en tot mijn verbazing zag ik twee klanten voor mij een vrouw in de rij van de kassa staan. Ze was net zo groot en iel als de vrouw die ik eerder beschreef, echter was ze goed gekleed en fris en maakte ze grapjes met de kassa juffrouw, ik wachtte tot ze zich omdraaide, en het raakte me hard en diep, het was dezelfde vrouw ik zag het aan haar gerimpelde gezicht waarin een lach verscheen. Het was ze echt! Een gevoel van dankbaarheid en blijdschap maakte zich van mij eigen. Ze had het overleeft en het ging beter met haar, daar stond ze in levenden lijve. Ik kan nog steeds met net zoveel schaamte terugdenken aan het incident maar gelukkig weet ik nu ook dat ze het gered heeft. Ondanks mijn niet handelen. En dat is een hele troost. En ik weet niet of ik het daarna ook zo besloten heb maar volgens mij ben ik vanaf dat allereerste moment, waar acute schaamte zich aandiende, eerder bereid om te handelen als iets niet klopt of voor iemand op te komen die dat nodig heeft. Dieper in de schaamte En toch wist ik dat dit voorbeeld niet afdoende was. Ik had hiermee schaamte nog niet voldoende aangeraakt om er iets zinnigs over te zeggen. In google typte ik het woord “schaamte” in en zag daar minstens zoveel betekenissen die het allemaal net niet waren om zelf de diepte in te kunnen gaan. En misschien was dat wel ook het probleem van schaamte, dat het afgedekt wordt met andere gevoelens of acties. Bovenstroom en onderstroom Ineens bedacht ik met dat in het boek “Echte Woorden” (authenticiteit in de geestelijke begeleiding) van Ton Jorna (Universiteit voor humanistiek) ook iets stond over schaamte. Schaamte als een onderdeel van het drieluik schaamte, schuld en eenzaamheid. Waarbij schaamte geduid werd als schaamte tussen de breukervaring en zinsamenhang. Dat zou me wellicht verder kunnen helpen om mijn eigen schaamte verder te kunnen onderzoeken. Jorna heeft het in ‘Echte woorden’ over de bovenstroom waarin we als individu in contact zijn met de wereld om ons heen, dat doen we al van jongs af aan. Als dat een beetje goed lukt je verhouden tot die buitenwereld, dan blijf je als volwassene steken in of aangepast of onaangepast gedrag. Tot het moment dat je niet meer uitkomt met je eigen gedrag en de omgeving, zoals in mijn voorbeeld, en terecht komt in een spagaat van ongemak. Contrastervaring de spagaat tussen de binnen- en buitenwereld Wanneer zich zo’n spagaat voordoet is onvoorspelbaar maar dat is het moment dat (subjectieve) spiritualiteit begint. Waarbij de gelegenheid zich voordoet om de eigen onderstroom aan te raken. In verbinding met de buitenwereld verandert de binnenwereld. Een spagaat tussen de buiten- en binnenwereld wordt ook wel een “contrastervaring” genoemd. Een contrastervaring is niet per definitie negatief of positief maar kan het innerlijke wel hevig opbreken. Een contrastervaring kan leiden tot een impactvolle “breukervaring” of zich aandienen als een verassende “eenheidservaring”. Breukervaring Bij een breukervaring kun je je zich afvragen of je zo nog wel wil leven, terwijl paradoxaal genoeg je tegelijkertijd anders en echter wil gaan leven. Een breukervaring is pijnlijk, je staat bij een afgrond en je kunt niet weg. Eenheidservaring Bij een eenheidservaring kan een verlangen worden gewekt naar meer van zulke ervaringen waar het ‘ik’ nu een voorproefje van heeft gezien. Voor wie een eenheidservaring heeft wordt de hemel geopend maar gaat daarna ook weer dicht. Zodat ook daar je pijnlijk bewust wordt van de onvolkomenheid in je tot dan toe geleefde leven. Schaamte als mastworp naar een ander leven Wat dus zowel een breukervaring als een eenheidservaring gemeen hebben is dat beiden de vanzelfsprekendheid van vaste betekenissen van het leven doet wankelen en leidt tot verbijstering of verwondering. Zowel een breukervaring als een eenheidservaring kan daardoor leiden tot een ontvankelijke houding die uitnodigt tot een diepere oriëntatie die andere werkelijkheden ontsluiten en dat is wat mij overkwam. In deze zoektocht naar schaamte met tot zover het oplepelen van maar twee voorbeelden, het googelen van het woord schaamte en uiteindelijk het openslaan van het boek ‘Echte Woorden’ ging ik verder op zoek naar het begrip schaamte. En dan met name hoe de breukervaring, de ontmoeting met de vrouw en die van het niet handelen, een vervolg zou kunnen krijgen. Hoe schaamte het 'ik' de wacht aan zet In ‘Echte Woorden’ blader ik van voor naar achter om de koppeling te leggen, waarbij schaamte geduid werd als schaamte tussen de breukervaring en zinsamenhang. Wat kan gebeuren bij een breukervaring is dat een mens zich kan terugtrekken vanwege de pijn en tegelijkertijd de ontstane kloof met strategisch gedrag probeert te overbruggen. Het diepere en authentieke ‘ik’ moet dan letterlijk wachten om ontdekt en gezien te worden. Totdat het authentieke ‘ik’ echt gezien kan worden wordt tot die tijd het innerlijke als potentieel eronder gehouden, zodat aan de buitenkant niets hoeft op te vallen en steek het alle energie zichzelf te accepteren en geaccepteerd te krijgen vooral in de buitenwereld. Totdat het ‘ik’ niet meer uitkomt met het eigen doen en laten, thuis of op het werk of waar dan ook. Als het ‘ik’ er niet meer ondergehouden kan worden door allerlei strategieën dan zal het ‘ik’ proberen zoveel mogelijk buiten schot te blijven door te wijzen naar de ander of een of andere factor die het ‘ik’ belemmert. Maar als op een gegeven moment dat ook niet meer werkt en het ‘ik’ het met zichzelf ook daar niet meer uithoudt kan het ‘ik’ het eigen strategische gedrag als vals gaan zien. Terwijl ik dit las en voor mezelf herformuleerde en ordende, realiseerde ik me dat het wellicht eens tijd is om mijn strategische zelf af te gaan leggen. Niet dat ik zit te wachten op nog heel veel nieuwe contrastervaringen. Daarvan heb ik er genoeg gehad. Maar als ik die contrastervaringen, zo goed en zo kwaad als het kan nu eens wat meer onder de loep zou nemen, bekijken waar dat strategisch gedrag als tweede natuur opduikt en waar ik echtheid en betrokkenheid heb gemist en om te zien waar ik mezelf de wacht heb aangezegd om te zijn wie ik daadwerkelijk ben. Blijkbaar is hier nog een heel innerlijk landschap te ontdekken. Dat begint met schaamte. (Bron: Echte woorden, authenticiteit in de geestelijke begeleiding)
1 Comment
30/10/2022 11:04:46 am
Carry really save wall. Remain personal be. Myself produce early role nation doctor my.
Reply
Leave a Reply. |
Archief
December 2020
Categorie
Alles
|