Wat goed gezegd is,
|
Zij rees ‘hel’ als geen ander, zwaaiend met haar armen en spugend als ze er volledig in op ging. Om zich vervolgens in de diepste afgrond te storten waar niets en niemand haar uit kon halen. Dat wil zeggen, zonder zelf niet met haar ten onder te gaan. Dat wilde ze misschien ook niet echt, maar toch deed zij dat met je. Zij deed dat met mij. Zij leed aan het leven en aan de liefde. Ik leed aan haar. Haar kwetsbaarheid was ondraaglijk. Ik hoefde die natuurlijk niet te dragen. Maar ik kon jaren niet anders dan alles aanpakken wat ze bij me neerlegde. Wij deelden onze diepste dalen en hoogste toppen. Zij was mijn beste vriendin. Ook al begrijpen sommige mensen nog steeds niet waarom. Het leven was middelmatig vond zij, haar plaat bleef al jaren hangen. Die plaat had dan een zetje nodig. Die zetjes kon ik geven. Ze kon genieten ‘als een hondje’ als je haar meenam de auto in, op weg naar nergens. Altijd de horizon tegemoet. Weg van zichzelf. Zij noemde mij haar lifesaver. In gedachte doorloop ik de keren dat ze een beroep op me deed. In naam van onze vriendschap. En de avonturen die we beleefden. Dag of nacht, ik kwam, altijd. Soms met lood in mijn schoenen, maar ik kwam, om het beter te maken. Hoopte ik. Januari 2013. Ze werd ziek. Ze wist al wat het was, voordat de diagnose gesteld was. “Kanker op de harde delen” zei ze, “dat krijgen mensen die het leven niet willen omarmen”. Ze had het over zichzelf afgeroepen vond zij.
Februari 2013. Ze zou de ‘kankerkaart’ gaan uitspelen, zei ze. Ik was daar een aantal keren getuige van en zag het met lede ogen aan. Het was geen fraai gezicht. Tot aan de nietsvermoedende man toe, die net wilde gaan pinnen toen zei hem toebeet, “Dames gaan voor!”. Hij antwoordde, “Ja, als je had doorgelopen”. Waarop zei hem af serveerde met “ik heb kanker” en hij vervolgens een stap achteruit deed. Het was hoe dan ook een herhaling van zetten. Ik was het gewend. Soms schaamteloos, soms geraffineerd. Alleen nu, kon niemand meer weigeren. En dat wist ze. Dat dacht ze. Dat hoopte ze. Ze zei “Ik zal jullie allemaal laten zien hoe je goed moet sterven.” Ik betwijfelde het. Zij besloot een laatste voorstelling te geven, de voorstelling van haar leven. Zij wilde naar buiten. “The show must go on!” Ik wilde met haar naar binnen. Zij liet het niet toe. Maart 2013. Ik voel me boos, maar ik weet niet precies waarom. Over alles wat nog ging komen of niet meer zou komen? Wat betekent het als je vriendin stervende is in een tempo dat nog geen ritme kent? Ik kon geen redenen vinden voor mijn boosheid maar ik voelde de emotie toch. Ik vertelde het tegen haar, over wat ik voelde maar nog niet begreep. Ze haalde haar schouders op en zei “iedereen doet het op zijn eigen manier”. Het hielp niet. “Jij doet toch wel dat witte jurkje aan met die hakjes naar mijn feest” instrueert ze me. Ik kijk haar onderzoekend aan. Ze meent het. Ik wil niet meespelen, het voelt als een poppenkast, waarbij zij aan de touwtjes trekt. Tussen neus en lippen door geeft ze me de opdracht om een euthanasie verklaring uit te printen. Was het allemaal maar zo makkelijk. April 2013. “Ik heb over je gedroomd” zegt ze. In haar droom neem ik haar de liefde af. Zij wist wel dat dat nergens op sloeg. Ze kijkt me indringend aan. Voor haar is het echt, ik zie het in haar ogen. Ze wil nog een keer naar Italië. Een laatste poging om dat te krijgen waar ze altijd naar op zoek is. Liefde. Ze speelt wederom een kaart. En ze gaat. Maar ze neemt altijd zichzelf mee. Ook daar lijdt zij aan de liefde en het alles verscheurende gebrek aan zelfvertrouwen. In Italië verontschuldigt ze zich met een “You see, I have this condition”. Het is niet de kanker, het is de liefde en de misselijk makende jaloezie zegt ze. Ik voel me machteloos. Ze vervloekt alles en iedereen die ongewenst het toneel op komt. Of die niet de juiste rol in haar laatste voorstelling willen spelen. Niemand ontkomt. Veraf én dichtbij. Ik hoor haar aan. Is het haar boosheid die ik voel? Terwijl zij door oreert over wie wat zou moeten doen, zwijg ik. Wat zij wil, kan ik niet geven en wat ik te geven heb wil zij niet aannemen. Dit is haar weg. Mei 2013. Ze verschijnt niet op onze afspraak en als ik haar bel laat ze weten dat ze geen tijd voor me heeft. Ik vind het goed zo. Er zijn genoeg anderen. Ik ga een paar weken weg en stuur haar vanaf mijn vakantieadres een foto van een veld vol met klaprozen die ik tijdens een wandeling tegenkom. Voor mij vertegenwoordigt de foto de rust en de reflectie die ik haar gun. Zeker nu. Op Facebook zie ik de ene na de andere foto van weer een dineetje, een soireetje of een wijnproeverij verschijnen. The show must go on! Juni 2013. Via verschillende mensen krijg ik de mededeling te horen dat ze me mist. Dat ik contact met haar op moet nemen. Dat zal haar goed doen, zeggen ze. Zelf laat zij niets van zich horen. Ik voel me misselijk. Ik besluit de mij toegespeelde kaart aan te nemen. Ik mail haar, geen reactie. Ik bel, geen reactie. Ik sms, geen reactie. De geheime groep die ik kort na haar diagnose heb aangemaakt op Facebook, waar ze haar hulpvragen kan stellen, blijkt niet meer toegankelijk voor mij. Natuurlijk. Zo heeft ze het bedacht. Het gevoel van boosheid in mij, heeft plaatsgemaakt voor verdriet. Juli 2013. Plotseling gaat het razendsnel bergafwaarts met haar. Ik word gebeld. Er is paniek. Veel later begrijp ik dat een enkeling nog probeert haar tot rede te brengen. Ze vragen aan haar of ze mij niet moeten bellen. Ze reageert woedend, omdat zij vindt dat ze haar afvallen met die vraag. De nacht voordat ze sterft houdt ze me bezig. In gedachten kus ik elk stukje van haar gezicht. Ik stuur haar een Whatsapp bericht, dat ik van haar hou. Ik zie in mijn telefoonscherm het dubbele vinkje verschijnen. Bericht ontvangen. Dan laat ik het los. Ze overlijdt de volgende dag. Ooit drukte ze een boek in mijn hand. De mooiste liefdesgedichten uit de wereldliteratuur door Jean Pierre Rawie. Het boek had veel ezelsoren. Eén van die ezelsoren leidde naar dit gedicht vertaald uit het Spaans van Federico Carcia Lorca. ‘Gazel van de wanhopige liefde’ De nacht wil niet komen opdat jij niet komt en ik niet kan gaan. Maar ik zal gaan, al verteert een zon van schorpioenen mijn slapen. Maar jij zult komen, met je tong door de zoutregen verbrand. De dag wil niet komen opdat jij niet komt en ik niet kan gaan. Maar ik zal gaan en mijn aangevreten anjer aan de padden geven. Maar jij zult komen door de troebele riolen van de duisternis. De nacht noch de dag wil komen opdat ik door jou sterf en jij sterft door mij. Zij stierf dag in en dag uit voor en door de liefde. Dit was de laatste keer. Ik voelde me opgelucht over het korte ziektebed en opgelucht dat ze geen euthanasie heeft hoeven plegen. En bevrijd, dat ook. Het is goed zo. Zij heeft daar anders over gedacht, of dan toch zij, die zich op dat moment bij haar schaarden. Ik bied mijn hulp aan om zaken te regelen voor de begrafenis, geen reactie. Twee dagen later spreek ik mensen uit haar ‘gezelschap’. Daar behoor ik inmiddels niet meer toe, begrijp ik al snel. Ze zou gezegd hebben dat niemand mij, over haar mag berichten. Een enkeling doet dat wel en wordt bestraffend toegesproken door datzelfde gezelschap. Ik ben niet welkom krijg ik te horen. Ook niet op haar begrafenis. Mijn hart breekt in twee. Verdoofd. Dan blijk ik alsnog een rol te hebben in de laatste voorstelling van haar leven. Haar gezelschap besluit de receptie voor haar begrafenis als een Facebook evenement aan te maken. Ze kunnen geen adresboekje vinden, is de verklaring. Het is voor mij de eerste keer dat ik zoiets online zie gebeuren. Ongeloof. Ze nodigen al haar ‘vrienden’ uit. Uit haar naam. Met haar profiel. En met gevoel voor drama. De berichten, “Onze diva is niet meer’, vliegen door mijn tijdlijn op Facebook. Ik hekelde haar diva gedrag, zij wist dat. Ik wist, dat ze het klein wilde houden. Maar als je er niet meer bent en je hebt niets geregeld, dan nemen anderen het over. Sterven anno 2013. De week na haar dood wordt ik continue gebeld en gemaild, door mijn vrienden, door familieleden, door mijn voormalige partner, door bekenden van haar én door haar collega’s. Allemaal genodigden voor het Facebook evenement voor haar begrafenisreceptie. Er is veel onbegrip. “Wat is er gebeurd? Is dit een grap?” “Waarom ben ik uitgenodigd via Facebook voor een begrafenis?” “Ik ken haar niet zo goed, ik heb haar één keer ontmoet met jou, ik vind het niet gepast”. “Waarom een evenement?” “Ik dacht dat het een feestje was van haar werk! Ik schrok me rot!” “Heb jij die uitnodiging gedaan?” “Ik wil wel komen voor jou, maar waarom sta jij er niet bij?” “Een belachelijke vertoning, alsof de koningin zelf is overleden!” Ik kan geen antwoorden geven. Ik heb geen antwoorden. Ik weet niet wat te zeggen en niet wat te voelen. Overvallen door de opeenvolgende gebeurtenissen laat ik alles over me heen komen. “Ze was zo boos, iemand moest geslachtofferd worden, dat was jij!” zegt de één. “Als iemand zo’n fatwa kan dragen, dan ben jij dat” zegt een ander. “We bellen je als de emotie wat gezakt is.” wordt beloofd. Gebeld word ik niet, wel ‘ontvriend’ op Facebook. En ik krijg een bericht, openbaar op mijn Facebookprofiel. De boodschap is duidelijk: “Jij was er niet voor je vriendin, wij waren er wel. En wij vormen nu een hechte vriendengroep, waar jij niet bij hoort”. Van je vrienden moet je het hebben. Ook na je dood. Regeren over je graf, kreeg voor mij toen betekenis. De dag na haar begrafenis volgt er een ‘In memoriam’ pagina op Facebook, de omschrijving luidt - bedoeld voor het netwerk van vrienden om contact met elkaar te blijven houden en de herinnering aan onze diva levend te houden. Het is mijn verjaardag, die dag. Ik krijg een uitnodiging. Of ik de ‘In memoriam’ Facebook pagina van de diva wil liken. 2013. Het is wat het is. 2014. Het jaar van het loslaten, dat las ik op Facebook. Deze blog verscheen eerder op Arnhem Direct.
9 Comments
Sanne Roemen
27/12/2017 11:06:41 am
Je deelde dit net op facebook. Wat een wrang verhaal en wat hartverscheurend mooi beschreven weer. Morgen vier jaar geleden dat je dit schreef. Hoe is het om hier nu op terug te kijken? Hoe denk je aan haar? Knuffel.
Reply
Sanne Roemen
27/12/2017 12:02:06 pm
Mooi hart heb jij
Olga
27/12/2017 01:53:32 pm
Lieve Amy, wat een ongelooflijk heftige ervaring. Ook uit een verwrongen gevoel van liefde gaat dit veel te ver. Zij die kunnen dragen hoeven niet gedwongen te worden om te moeten dragen. Waardig hoe je het beschrijft en je liefde voor haar duidelijk voelbaar is. Mooi, liefdevol mens dat je bent! <3
Reply
27/12/2017 05:19:42 pm
Oh Olga dank je wel. Het ging inderdaad heel ver. Maar hoe ver is te ver.... Een grensgeval. Dank voor je reactie.
Reply
Myra Steens
28/12/2017 04:21:39 pm
Hee Amy, wat een einde. Hoop dat de scherpe kantjes er voor je af zijn...maar dit blijft wel een wrang einde van jullie vriendschap. Als ik voel tussen de regels is het jouw afstoten omdat ze met jou niet van deze aardkloot kan vertrekken...bizar en triest einde.. zeker die FB poppenkast op t einde. Keep the good memory's
Reply
Jeannette
29/12/2017 12:14:07 pm
Hey Amy. Ik lees dit met verbijstering. Bizar dat juist zij, je vriendin niet zag hoe groot je hart is. Dat je van haar hield maar dat het blijkbaar niet onbaatzuchtig wederzijds was. Gelukkig zijn er mensen die je wel echt zien. Je veerkracht is ongelooflijk. Mens wat ben jij sterk en tof. Knuffel.
Reply
Anneke
17/7/2020 08:45:59 pm
Lieve Amy, wat een bijzonder verhaal over jouw trouw aan de vriendin waarvan je hield. Zo lief als ik je ken, ben jij voor haar geweest. Helaas heeft zij dat niet op z'n waarde weten te schatten.
Reply
Leave a Reply. |
Archief
December 2020
Categorie
Alles
|