AMY VAN SON | SENECA ADVIES
  • NU
    • Waarom...
    • Wat...
    • Hoe...
  • Diensten
    • Workshops & Trainingen
      • Workshop Overzicht
        • Website bouwen in Weebly
        • Website & Hosting
        • Social Media
          • Huiskamerworkshop
          • Prezi
          • Facebook Zakelijk
          • LinkedIn
          • Twitter
          • Prezi
        • Privé sessie
        • Inschrijven!
  • Contact
    • Opdrachtgevers
    • In de Media
    • Sitemap
  • Blog
  • Podcast maken
  • NU
    • Waarom...
    • Wat...
    • Hoe...
  • Diensten
    • Workshops & Trainingen
      • Workshop Overzicht
        • Website bouwen in Weebly
        • Website & Hosting
        • Social Media
          • Huiskamerworkshop
          • Prezi
          • Facebook Zakelijk
          • LinkedIn
          • Twitter
          • Prezi
        • Privé sessie
        • Inschrijven!
  • Contact
    • Opdrachtgevers
    • In de Media
    • Sitemap
  • Blog
  • Podcast maken
Search

Wat goed gezegd is,
door wie dan ook,
​dat gebruik ik.
Seneca

Vertrouwen; een ego diep een vinger lang

29/5/2013

11 Comments

 
FotoDag van de Retoriek 28 mei 2013 Gasselte
Op 28 mei vond voor de derde keer de dag van de retoriek plaats. In het mooie witte kerkje in Gasselte. Waar Jan Vaessen, woont en werkt. Onder andere. Want hij geeft ook cursussen retoriek, over de kunst van de welsprekendheid, op verschillende plekken in Nederland, waaronder in het Inspiratiehuis in Arnhem. Ik schreef me vorig jaar in voor dit jaartraject. Omdat ik wist dat het weer tijd was om mezelf onder ogen te komen.
Het thema van dit jaar was Vertrouwen. Op deze dag werden er 12 lezingen gegeven door 12 verschillende personen over vertrouwen. 
Dit is mijn versie.

Alles is niet voor iedereen. Maar ik probeer het toch. 
Ik was in Griekenland nog geen week geleden. Voor de lezing van vandaag was er alleen nog een werktitel: Vertrouwen een ego diep, een vinger lang. Dat hoorde ik mezelf zeggen, toen Jan me vroeg naar een titel. Ik roep wel vaker dingen. 

Al weken hoopte ik vurig dat de lezing voor vandaag zich als vanzelf zou ontvouwen, maar tot een week geleden was er nog niets. Tuurlijk was er een bron, een bronverhaal uit de eerste hand. Een verhaal dat op een bepaalde manier eindigde op 12 december 2012. De dag van het loslaten. Maar hoe  zou ik dit verhaal kunnen vertellen en tegelijkertijd het dierbare wat mij gegeven was niet beschamen. Hoe dan ook. Dit verhaal moest geschreven worden, ik heb het aan mezelf beloofd want alleen dan zou ik mezelf kunnen zien en begrijpen. Dus pakte ik mijn laptop en installeerde me op mijn favoriete plek op het terras met uitzicht op de Ionische zee. Op die plek las ik een artikel over Salomé en Rilke, twee kunstenaars die leefden rond 1900. Het artikel ging over Eros, Orpheus, liefde, creatie en kunstenaarschap, levenskunst. 
 
Orpheus en Eurydice
Het artikel inspireerde me en gaf houvast want het artikel ging over de tussenruimte daar waar het pre-talig gebied is, waar geliefden elkaar ontmoeten. En over Orpheus, die zijn identiteit offert als hij in het dodenrijk afdaalt, en die bereid is alles te geven, alles op het spel te zetten voor de zich in de onderwereld ophoudende Eurydice. Hij is bereid te sterven voor zijn geliefde. Hij mag haar meenemen van Hades, echter moet hij er op vertrouwen dat Eurydice hem zal volgen en mag hij niet omkijken. Orpheus maakt zich zorgen, hij probeert haar voetstappen te horen. En in plaats van te vluchten voor de dood door zijn blik op de toekomst te richten, kijkt hij naar achteren, en loopt hij op de doden toe. 

Het verloop is bekend. In een gedicht van Rilke weet Eurydice niet eens wat er gaande is. Zij heeft geen plannen, zij  is niet van deze wereld, zij maakt zich geen zorgen, maar vertrouwt als vanzelf en zonder argwaan. Zij kent geen haast, maar gaat zoals de engelen gaan: ‘zacht en zonder ongeduld’. Het is Orpheus die toch nog iets zeker wil stellen, omkijkt en het verschrikkelijke noodlot voor de tweede keer over zich afroept: Eurydice verdwijnt voor zijn ogen in de duisternis van de nacht. Hermes als god van de tijding moet Eurydice mededelen wat Orpheus heeft gedaan.

 … En toen de god van de tijding Hermes haar staande hield en met een stem vol pijn uitriep: Hij heeft zich omgekeerd!  Begreep ze niets en zachtjes zei ze: Wie? ...
Foto
En ver weg, als een donkere schim voor de lichte uitgang, daar stond iemand van wie 't gelaat niet goed te onderscheiden was. Het was Orpheus. 

Orpheus zag hoe Hermes, de god der tijding, zich met droeve blik woordeloos omdraaide om haar gestalte te volgen die dezelfde weg al weer terugging, haar tred ongehinderd door de lange windsels, onzeker, zacht en zonder ongeduld. 

De laatste jaren van zijn leven brengt Orpheus in grote eenzaamheid door en wijdt zich geheel aan zijn
liederen, waarmee hij de nagedachtenis aan Eurydice levend probeert te houden. Nog nooit had Orpheus zo mooi gezongen en zelfs de schuwste dieren van het woud werden door de wonderschonen tonen gelokt. Maar zou Orpheus zo mooi gezongen hebben als hij Eurydice wel had meegenomen naar de bovenwereld? Of had hij zijn lier aan de wilgen gehangen en in een huis in het bos gaan wonen?
 De tussenruimte
Het begint daar, op die weg van de tussenruimte, dit tussen dood en leven, ik en de ander. De tussenruimte die je betreedt en waar je de geliefde kunt benaderen. En dan nog, kun je slechts zachtjes de ander beroeren en hem dan aan zichzelf over laten. De tussenruimte waar de taal er niet toe doet, maar het weten des te meer. Want als je met een geliefde verkeert in de tussenruimte dan kan er een nieuw licht over de dingen schijnen. Voor een moment hoef je niet langer ‘tegenover’ de dingen te staan. 
 
Voor het eerst in tijden stroomden onafgebroken de tranen over mijn wangen. Geen hevig snikken, maar tranen die blijven wellen. Eindelijk, daar was het verdriet. Ik vervloekte de retoriek en het thema van vandaag. Het kwam omdat ik de digitale conversaties voor het eerst volledig terug las. De conversaties met de man die me had uitgenodigd met de nadruk op vertrouwen en veiligheid om de tussenruimte te betreden. 

Het begon zo…
Begin 2012 sprak ik, vanuit het niets, een onpeilbare diepte, een feit uit, geen wens, geen vraag gewoon een feitelijkheid en slingerde deze de kosmos in. Het was een indirecte roep om hem. Ik wist wie hij was, ik kende hem niet. Ik was verbaasd… waar kwam dit vandaan? Maar het intrigeerde mij dat ik juist om hem vroeg, zonder hem te kennen. Elke gedachte aan hem wuif ik weg: Dit gaat niet gebeuren. Maar ik verlangde er zo naar om, al was het maar één keer, gedragen te worden. Dat er iemand zou zijn, groter dan ik. Die me mee zou nemen naar de tussenruimte en waar ik de diepere lagen van mijzelf aan zou mogen boren. In de tussentijd deed ik mijn dingen en bleef ik mezelf maar voor houden dat mijn vrijheid me liever dan de liefde was. Al was het alleen maar om me staande te houden.

Midden 2012 inmiddels, ik voelde de scheuren in mijn huidige identiteit jeuken. Ik herkende de ontstane wrijving. Ik had deze al vaker gevoeld en wist ook wat er op ging volgen, meer zelfonderzoek, meer handelingsexperimenten, jezelf toetsen en opnieuw identificeren. Het ordeningsmechanisme, wat ik tot dan toe gebruikte, om vreugde en verdriet te ordenen, was stuk. Want ik was,  hoewel vreugdevol, meer verdrietig dan ik nodig vond. Mijn oordeel niet meer zuiver. Maar er was zoals altijd nog het vertrouwen in mezelf. Ik wist dat ik ook dit zou overleven, zo was het in het verleden ook gebleken. Dus schreef ik me in voor de cursus retoriek. Met als doel zelfzorg. Zelfzorg door verhalen te vertellen, mijn verhalen. Ik hoopte dat als ik mijn verhalen zou horen via de oren, zien door de ogen en voelen door de harten van de toehoorders dat ik dan ook liever voor mezelf zou kunnen zijn. Het was nodig, ik zag het als één van de manieren om dichter bij mezelf te komen. 

Vertrouwen
Vertrouwen, het verlies daarvan deed ik de ene keer schouderophalend af, soms was er teleurstelling, soms was er verdriet, soms was er schaamte. Terugkijkend betrof het bijna altijd slechts een moment in tijd, met betrekking tot die persoon en in die situatie. Je herpakt je en gaat verder. Herken je het? Heb je wel eens vertrouwen geschonken of gehad in iets of iemand en is dat in jouw ogen ook weleens beschaamd? En ben je ook weleens het vertrouwen in jezelf kwijtgeraakt? En als je ooit het vertrouwen in jezelf bent kwijtgeraakt heb je het daarna ook weer hervonden? En bleef het hervonden vertrouwen dan ook weer bij je?

Was het dan wel je vertrouwen dat je verloren was, of was je ordeningsmechanisme stuk? 

De man
Terug naar de man. Inmiddels had ik de man die de kosmos op verzoek op mijn pad had gezet een paar keer gezien bij verschillende gelegenheden. Maar overtuigd van het onmogelijke was ik nooit tot handelen overgegaan. Ik beschouwde hem enkel. Later herkende ik pas de tekenen dat ook hij mij zocht in die tijd.

Hij zou op reis gaan de volgende dag. Hij gebruikte Spotify die avond, een programma waarmee je muziek kunt beluisteren, ik zag hem verschijnen in mijn lijstje, voor het eerst. Ik stuurde hem een bericht. Leuke playlist heb je! Vraagtekens verschenen op het scherm, ik legde hem uit dat als je verbonden bent via Facebook of Spotify je kunt zien waar de ander naar luistert. Leuk antwoordde hij, dan ga ik DJ spelen voor je! Tussen de liedjes door maken we praatjes. Tot hij zegt … wat leuk dat je een berichtje stuurde... Ik voelde me  eenzaam en verdrietig en nu niet meer, goed gedaan! Ik antwoordde je hebt mijn aandacht in ieder geval. Hij vervolgde; Aandacht is energie, daar heb ik best veel van, ik ben blij met jouw aandacht nu. Ik typte terug: Dank u, ik met die van jou. 
 
We luisteren naar nog meer nummers, hij typt dat hij dronken met me wil worden, dat wil ik ook in de tussentijd én in de tussenruimte. De volgende dag komt hij alweer vroeg om de hoek zeilen. Hij vond het leuk met me. Ik vertel dat ik op weg ben naar een workshop. En dan zoals een windvlaag die je in het gezicht slaat als je een hoek om loopt...

“Droom eens hardop? Hoe explicieter hoe beter!"

Zonder aarzeling typ ik: ik wil jou, maar niet zo hard als ik het nu zeg. Ik wil jou maar niet de hele tijd.
Ik wil maar een stukje (met in mijn  achterhoofd…mijn vrijheid is me liever dan de liefde). Een soort van timesharing antwoord hij. Ik bevestig. Hoe lang geleden heb je bedacht dat je me wilde, vraagt hij. Ik vertel hem over mijn oproep aan de kosmos, hij geniet van het gegeven. Een geduldige vrouw ben je. Ik beaam dat. Het enige wat er gebeurde is dat je goed getimede aandacht gaf en voor mij, zegt hij, voelt het alsof je stevig bent en ik je kan vertrouwen. Ik antwoord: fijn dat je zegt dat je mij kunt vertrouwen... En zoals altijd komt de oneliner van filosoof Seneca boven.

"Hij die vertrouwen geeft, maakt betrouwbaar."

Heel bijzonder om te horen dat je al eerder geroepen hebt dat je me wilde, zegt hij. Wellicht heb ik dat op afstand gevoeld. Wat ik nodig heb behalve vertrouwen, is grenzeloos en taboeloos toegang tot je lijf en je geest. Ik antwoord dat ik toe ben aan een breinexplosie, de tijd van groeien is aangekomen. En onmiddellijk de twijfel; kan ik hem geven wat hij nodig heeft. We schakelen enorm snel en zeggen direct waar het op staat. Het lijkt alsof ik een pact aan het sluiten ben. Maar met wie? We gaan prachtige gesprekken hebben zegt hij, zolang we onze monden niet ergens anders voor nodig hebben. 

Terwijl hij aan het reizen is en ik bedenk hoe hij herhaaldelijk door de lucht vliegt zonder vaste grond onder zijn voeten, worden de gesprekken steeds intenser. Ik houd van de digitale conversaties met hem. Er is iets aan hem wat ik niet helemaal kan vaststellen het valt niet te benoemen. Het houdt het midden tussen mysterieus duaal en liefelijk rauw. En dat wil ik ontdekken. Hij deelt zijn fantasieën en ik wordt heen en weer geslingerd tussen mijn mannelijkheid en mijn vrouwelijkheid. Wat gebeurt hier? Ik lees op het scherm: Laten we het erop houden dat ik mijn best ga doen om je nog gevoeliger te maken dan je al was. Jij gaat je overgeven. Ik ook trouwens. 
 
Als ik een betere versie van mezelf kan worden door jou dan ben ik heel tevreden; zeg ik. Hij klinkt verrast: Dat kan ik! Echt waar. De woorden komen als vanzelf als ik typ; Dan mag jij mij gebruiken dan gebruik ik jou. Maar niet verbruiken! En voor de zoveelste keer zekert hij mij: Nee joh, nadat ik je gebruikt heb is er juist meer van jou. Geiler, hongeriger en nieuwsgieriger en ik hoop omgekeerd ook. 

De dag voordat we elkaar voor het eerst zullen gaan zien voel ik onrust. Ik kan niet slapen. Enkele ogenblikken later wordt duidelijk waarom. Ik wordt gebeld, door hem. We zetten onze computers aan en gaan allebei achter de camera zitten. Het geluid staat aan maar we spreken niet. We kijken naar elkaar. Laten onbesproken wat onbesproken mag zijn en typen wat we willen zeggen. Hij draait plaatjes en zingt mee. Ik geniet van elke seconde. Hij plaagt me, hij jut me op, hij geeft vertrouwen, hij zegt dat de tijd aan zijn zijde is en dat hij zeker een half jaar de tijd neemt om me te ontdekken (...). 
 
Hij maakt me meisjesachtig onzeker, hij ziet het en zegt vervolgens dat ik niet onzeker moet zijn, maar vertrouwen moet hebben. Dat ik stapje voor stapje in zijn hart, lijf en geest mag komen. Dat ik hem, hem moet laten zijn. Hij vraagt me wat ik nodig heb. Het perverste, het warmste, het liefste. Ik ben er voor je zegt hij, een spiegel voor je ziel. Misschien… zeg ik. Ik wil hem alleen maar hier om te voelen of het echt is. 

Ik mag me niet verschuilen achter esthetica zegt hij. Hij doet me beloven, dat als we elkaar zien we het volledig eens zijn over schoonheid. Zonder oordeel, zegt hij, je bent kwetsbaarder dan ik had gedacht. Beeld voor beeld brand op mijn netvlies. We worden samen dronken en ieder in ons eigen huis betreden we verschillende parallellen universums. Ik bedenk me dat we hetzelfde effect op elkaar hebben. Zoals ik een meisje kan zijn is hij even een jongen. Maar wie is wie vannacht? 

Hij vraagt zich af waarom hij nog kan typen met zoveel alcohol in zijn lijf en waarom ik mijn kleren nog aan heb. En concludeert dat dit leuker is dan in de kroeg zitten. De liedjes worden persoonlijker. De pijn tastbaarder. Hij dankt me dat ik naar hem wil luisteren en dat ik er nog ben. Ik bezwijk bijna onder zijn openheid. Ik kan niet anders, ik wil dat hij me nog verder meeneemt de tussenruimte in. Als er iemand is die dat zou kunnen dan moet hij het zijn. 

Hij zet een nieuw liedje op en noemt het de disclaimer van de avond. Buiten dat hij me mooi lief leuk en lekker vindt. Ik sta op scherp. Het beste lied over relaties, zoals hij het ziet. Ik zeg kom maar op, overspoel me wees meer dan mij. Het gaat over in elke vrouw iets moois vinden. De gedachte aan de belofte die hij deed dat hij een half jaar de tijd zou nemen om me te  leren kennen houdt me nog net overeind. Ik beleef een nacht die het begin en het einde inluidt. Ik bedenk me dat hij zich gereflecteerd wil zien in alle vrouwen die hij ooit heeft ontmoet en die hij nog zal ontmoeten. Als in een spiegelhuis op de kermis. Als Eros...

Eros
Eros is geboren uit ‘armoede’ (Penia), en uit ‘rijkdom’ (Poros). Aan de ene kant is Eros daardoor ‘altijd arm, zonder schoenen aan zijn voeten en zonder dak boven zijn hoofd’, de erfenis van zijn moeder. Aan de  andere kant heeft Eros ook veel van zijn vader meegekregen en is hij ‘altijd op zoek naar dat wat mooi is en ontdekt hij nieuwe wegen die naar nieuwe schoonheden leiden’. Hij zal deze nieuwe rijkdommen niet kunnen behouden, want ‘zodra hij ze verworven heeft, verliest hij ze weer’. Zo verbeeldt Eros de creatieve dimensie van de liefde, omdat hij onder afzien van volledige versmelting met de ander, op zoek blijft gaan naar nieuwe wegen die tot de schoonheid leiden.  

De man
Ik weet dan dat hij mij volledig gaat gebruiken en zeg dat tegen hem. Hij bevestigt het. Hij heeft het gezien, hij wist het. Geen haast zegt hij, tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren. Ik zeg dat ik meega zolang als hij het vol kan houden. Want ik weet nu al dat dit eindig zal zijn, ooit. Voor even. Dat is het vertrouwen wat ik wel wil hebben. Een vinger lang.. Net lang genoeg om me de tussenruimte in te leiden. Hij zegt vertrouw me, ik zal één van de loyaalste mensen zijn die je ooit in je leven tegen zult komen. Ik heb je nodig zonder je nodig te hebben. Ik wil een vriend
die me niet nodig heeft zegt hij. Jij hebt mij, zegt hij, zeg me wat je nodig hebt. Meer dan je durft zeg het me, ik ben je spiegel. Aarzelend typ ik de woorden, dat er niemand is die echt ooit voor me gezorgd heeft… de woorden versterven op het scherm. Zou het niet mooi zijn als we elkaar kunnen dragen? Eindig ik. Het scherm blijft leeg. Dan zie ik de liefde als eenzaamheid, omringt door duizenden spiegels.

Ik zie hem daarna nog drie keer. De laatste keer bij toeval omdat we op dezelfde plaats waren. Maar die avond toen ik afscheid van hem nam, hield ik hem iets te lang vast alsof ik wist dat het de laatste keer zou zijn dat ik hem zou zien. En ineens was hij er niet meer. Niet meer als daarvoor. 

En ik… ik trok me terug. En liet me vallen in een bodemloos ego. Het zijne… of het mijne? Het maakt niet uit. Ik was toch beland in de tussenruimte, alleen was daar niemand meer die me terug kon leiden. Nog nooit had ik in de liefde zoveel vertrouwen gehad op basis van wat hij mij had geschonken in die ene nacht. Het was dan ook niet het vertrouwen in hem wat beschaamd was, het was het vertrouwen in mijzelf dat ik beschaamd had. Ik wist het. En toch moest het gebeuren. Want alleen zo kan de liefde voor de ander in leven worden gehouden, als de liefde je verlaat. Terug naar de eenzaamheid.
Mijn eenzaamheid, die me niet veel doet. Het is mijn eigen kwetsbaarheid die me keer op keer raakt. En toch doe ik het, hongerig en nieuwsgierig naar een betere versie van mezelf. Eén belofte is waargemaakt. Als hij met me klaar was zou ik gevoeliger zijn dan ooit. Dat klopte, alleen niet op de manier waarop ik  gehoopt had. Maar misschien dan toch op een manier die ik nodig had.
Foto
De dag van de retoriek
Vanuit Griekenland spreek ik met Yoeke. We hebben het over vandaag, de dag van de retoriek, over waar we over zullen verhalen en ik vertel haar mijn recente ontdekkingen en het verhaal van Orpheus en Eurydice. 

Orpheus daalt uiteindelijk af naar de onderwereld omdat hij gestenigd is door de muzen die zijn zang over zijn verloren vrouw niet meer kunnen aan horen. In de onderwereld zal Orpheus altijd om kunnen kijken naar Eurydice en zij zal hem altijd volgen, onzeker, zacht en zonder ongeduld...

En… zegt Yoeke wat zegt dit verhaal jou? Ik antwoord, dat het altijd goed komt! Precies zegt zij. Geliefden zullen altijd samen vallen… dus kun je er beter voor zorgen dat je heel veel geliefden hebt, dan zal er altijd één zijn waarmee je uiteindelijk zult samenvallen. 
 
En daar vertrouw ik op...

Een fotoverslag van deze dag gemaakt door René Wouters vind je hier.
11 Comments
Raymond
29/5/2013 02:56:38 pm

Je rockte!

Reply
Amy link
29/5/2013 03:11:04 pm

Dank! Anders jij wel!

Reply
René
29/5/2013 04:04:06 pm

WoW! Wat een fantastische presentatie! Geniet ik nog lang van na...

Reply
bij deze benoem ik je tot de koningin van het schalks kijken! What a joy
29/5/2013 04:13:38 pm

Reply
Amy
29/5/2013 04:16:34 pm

Dank René! My pleasure! Doe hem volgende week wellicht een langere versie! En wie is het die mij benoemt tot de koningin van schalks kijken ;) ... zij weet van niets en zegt... Wie?

Reply
Cynthia link
30/5/2013 01:18:17 am

Geweldig Amy! Bravo!

Reply
Kaj link
30/5/2013 03:44:52 am

Pfieuw Amy,
Je neemt me in je verhaal mee naar de tussenruimte.
Door je taal, je beelden, je verwijzingen.
Ik kon het meevoelen (verbeeldde me dat het een mee-voelen was zonder te kunnen weten of mijn gevoel het jouwe was bij 't schrijven, but, anyway...)
Fijn te zien dat je zo vrij bent dit te schrijven.

Reply
Amy
30/5/2013 08:56:16 am

Dank Kaj, ben blij te lezen dat je ook naar de tussenruimte kon komen door het verhaal. ;)

Reply
Corinne te Brake link
31/5/2013 10:20:06 am

Prachtig <3 dank je wel, voel me bezield door je

Reply
Amy
31/5/2013 10:22:49 am

Dat is fijn om te horen Corinne, zeker van jou! ;)

Reply
Dean Whyte link
10/12/2020 07:44:30 am

Lovvely blog you have here

Reply



Leave a Reply.

    Amy van Son

    Archief

    December 2020
    Februari 2020
    Maart 2019
    Juni 2018
    Mei 2018
    December 2017
    December 2016
    September 2016
    Juni 2016
    Juni 2015
    November 2014
    September 2014
    Augustus 2014
    Mei 2014
    April 2014
    Maart 2014
    Februari 2014
    Januari 2014
    December 2013
    Augustus 2013
    Juli 2013
    Juni 2013
    Mei 2013
    April 2013
    Maart 2013

    Categorie

    Alles
    2getthere
    #8uo026
    @AmyvanSon
    Co Creatie
    De Koningstafel
    Genieten In De Weerd
    Hanneke Van Der Pol
    Hashtag
    Humanistische Geestelijke Verzorging
    Inspiratieatelier
    Inspiratiehuis Arnhem
    Internet
    Jan Van Son
    Lezing
    Mijn Moment
    Nieuw Organiseren
    Persoonlijk
    Prezi
    Retorica
    Social Media Inspiration Day
    Starthosting
    Storytelling
    Studio Mambeau
    TEDx
    TEDxArnhem
    Twitter
    Uitgestelde Koffie
    Vertrouwen
    Volg Je Hart
    Volg Je Natuur
    Waar Is De Koffie?
    Weebly
    Woede
    Your Song
    Zelfsturing
    Zomer Inspiratie Proloog

    RSS-feed

    Foto
Seneca Advies | Amy van Son
​Graaf Lodewijkstraat 57 
6821 EB  Arnhem
06 288 28 743 

info@amyvanson.nl
Sitemap
​
©2010-2021 Amy van Son
Foto
Hij die lesgeeft leert - Seneca
  • NU
    • Waarom...
    • Wat...
    • Hoe...
  • Diensten
    • Workshops & Trainingen
      • Workshop Overzicht
        • Website bouwen in Weebly
        • Website & Hosting
        • Social Media
          • Huiskamerworkshop
          • Prezi
          • Facebook Zakelijk
          • LinkedIn
          • Twitter
          • Prezi
        • Privé sessie
        • Inschrijven!
  • Contact
    • Opdrachtgevers
    • In de Media
    • Sitemap
  • Blog
  • Podcast maken